Artikelen

16-03

Overzicht: maart 2016.


Heikikker. Foto Koert Scholten

Vandaag (24 maart) kil, zwaarbewolkt en noordenwind.  Nog niet echt voorjaarsachtig. Toch zijn de naderende voorjaarstaferelen waarneembaar. Veel vogels zingen al luid, Planten springen uit de bodem en veel struiken staan in bloei.  De Noordenwind houdt de vogeltrek nog op “stil”. Zo heb ik de Tjiftjaf nog steeds niet gehoord… Wie wel? Kan zo maar veranderen hoor. Wel de eerste Witte Kwikstaarten in het dorp. Ook de Kneu laat het nog afweten (hierover straks meer).  We hebben enkele dagen prachtig weer gehad met veel zon in maart. Dat leverde meteen al meldingen op van dagvlinders, zoals Citroentje en Kleine Vos. Ook een enkele Dagpauwoog. Kikkers laten zich wel al horen. De Heikikker (foto) is al hier en daar actief. Ook de paddentrek is weer op gang. De bekende plek is de Poostwei bij Beetsterzwaag. Collega’s van de natuurvereniging te Gorredijk hebben daar alweer enkele honderden meters afscheiding geplaatst om de padden geclusterd te vangen en zo de weg te laten oversteken. Geweldig werk!

 

 

Kleine Vinken

Dit keer wil ik het over kleine vinken hebben.

In onze bosrijke omgeving staan ook veel berken en larixen.  Deze bomen leveren veel kleine zaadjes die met smaak worden geconsumeerd door  Sijs, Barmsijs, Kneu en Putter.  Deze vinkjes zie je zo over het hoofd. Wel valt een troepje Sijsjes op door hun gekwetter langgerekte ge”tjiep”.  Barry van der Meulen stuurde mij een foto van een Sijs op de vetbollen in zijn tuin. Ook in andere tuinen zijn ze op de vetbollen gezien. Een welkome aanvulling op het menu in de koude winter! De zaden waren kort onbereikbaar als gevolg van de ijzel en juist op die dagen zagen we ze meer bij onze tuinen. Kennelijk hadden de vetbollen minder last van ijzel. De kleine vinkjes moeten toch wel om de twee uur eten omdat hun spijsvertering snel verloopt en ze de lange vriesnacht moeten overleven  Komt nog bij dat de winterdagen, waarin ze voedsel kunnen zoeken, zo kort zijn. Hierbij een korte beschrijving van de talrijkste kleine vinkachtigen.

 

SIJS


Sijs. Foto Koert Scholten

Een geelgroenig vogeltje: Man veel geel, vrouw en eerste-winter-vogels meer groenig en gestreept. Sommige jaren talrijk, andere jaren minder. Dit is afhankelijk van het voedselaanbod in de broedgebieden. Veel Sijzen komen uit noord en oost Europa en brengen hier de winter door. Soms is het seizoen betreffende zaadvorming niet goed gegaan en trekken ze massaal naar onze omgeving. We noemen dat invasie.  Dat geldt ook voor Barmsijzen, Fraters, Kepen en Kruisbekken. Juist in onze directe omgeving is het aanbod van zaden dan erg goed, gezien de soms grote aantallen van deze vogels. In het dorp eten Sijzen vaak berkenzaden. U ziet, Berken zijn dus niet alleen maar lastig, gezien hun afval van bladeren, zaaddozen en losse zaden. Broeden van de Sijs komt wel voor bij ons, zij het in zeer klein aantal.

 

BARMSIJS

Deze vogel heeft een meer bruinige bovenzijde en een grijswitte gestreepte onderzijde. Opvallend is de zwarte keelvlek en het roodachtige voorhoofd.  De Barmsijs wordt onderscheiden in twee aparte soorten: De Kleine en de Grote. De Witstuitbarmsijs laat ik achterwege omdat deze een erg zeldzame dwaalgast is. De Kleine is wat donkerder grijs op de borst en vooral de lichte strepen op de vleugel  zijn bruingelig, terwijl de Grote Barmsijs vrijwel witte strepen heeft. De Grote heeft ook een lichtere borst. De geluiden zijn niet te onderscheiden: allebei roepen ze in de vlucht een herhaald “tjet, tjet tjet,tjet”. De Kleine broedt in zeer klein aantal o.a. op onze eilanden in naaldbossen. Ook bij ons is er de kans dat hij gaat broeden. Zo wordt de soort elk voorjaar wel roepend gehoord in de bossen bij ons, maar broeden is lastig te bevestigen. Tot op heden is me dat minder dan vijf keer gelukt in al die jaren. De Grote Barmsijs is uitsluitend trekvogel en wintergast in variabel aantal (weer afhankelijk van voedsel en dan al dan niet invasiegast). Ook dan worden berken- en larixbossen veelvuldig bezocht.

 

PUTTER


Putter

Het Puttertje is één van onze mooiste vogeltjes. De soort is de laatste jaren flink toegenomen en broedt o.s. ook middenin het dorp op een stevige tak van een of andere loofboom. De toename is ook een gevolg van het verbod op het vangen van deze vogeltjes. De zang is een wat “huppelend” zangetje dat niet opvalt, tenzij je dat geluid goed kent. Man en vrouw zijn gelijk getekend. Ook deze soort vormt in het naseizoen en de winter groepjes en foerageert dan ook in berken en larixen, maar ook op distels etc. (vandaar de andere naam Distelvink).

 

KNEU

Robyntsje in het Fries. De naam is afkomstig van de rossige borst. Verder een bruinige rugzijde. Het roepje is opvallend “knutterig”. De soort is in het noorden van ons land vrijwel afwezig en trekt dan naar het zuiden, zoals Zuid-Nederland, België en verder. Het vogeltje broedt elk jaar wel in het dorp, maar neemt sterk af. De soort broedt dan in dichte bosjes, bijv. coniferen, hulst etc. , maar vooral katten weten de soort te verstoren. Dat is althans wat een recent onderzoek heeft opgeleverd. Hier nog even een tip: probeer uw kat in het broedseizoen ’s-nachts binnen te houden, aangezien de meeste jonge vogels in de zeer vroege ochtend uitvliegen.  De vogeltjes vliegen dan zelfs naar de kat toe, omdat ze het verschil niet kennen. In de loop van de dag leren ze gelukkig snel bij, vooral door waarschuwingen van de ouders.

 

 

FRATER

Nog even de FRATER: een klein bruinig vogeltje dat vooral voorkomt op kruidenrijke kwelders aan zee. Bij ons zullen we dit vogeltje niet zien (of misschien soms). Ooit zag ik een groepje van deze soort op het Fochteloërveen…

Tot zover de kleinere vinken.

 

Recente waarnemingen. 1: Vogels


Zwarte Specht. Foto Hans Reitsma

De vorige keer gemelde Dwerggors in het Wijnjeterper Schar is tot op heden nog steeds aanwezig.  Ik verwacht dat de vogel binnenkort wel weg zal trekken naar het noorden.

De Houtsnip lijkt het goed te doen en wordt nog regelmatig gemeld. De zachte winter is hier zeker debet aan. Ook de IJsvogel wordt hier en daar nog gemeld. Verder veel activiteit van spechten en boomklevers. Vijf soorten spechten (!) zijn met wat geduld in enkele uren  waar te nemen in de Slotplaats. De Kleine Bonte  lijkt wat veld te ruimen, maar is op Allardsoog nog wel te horen en te zien.

 

Recente waarnemingen 2: Zoogdieren

Eekhoorn worden regelmatig gemeld bij en achter de Slotplaats. Het gaat hier om de Rode Eekhoorn. Dat is onze inheemse soort. In veel gebieden wordt onze eigen Eekhoorn verdrongen door de Amerikaanse Grijze Eekhoorn, die een zgn. “exoot” is.  Ook andere exoten, zoals Nijlgans en ook planten als Amerikaanse Vogelkers doen het hier erg goed en nemen steeds meer terrein af van onze inheemse soorten.

 

Recente waarnemingen 3: Planten


Binnenkort: bloeiende Meidoorn. Foto Claartje Slofstra

Bij zonnig weer alweer veel bloeiend Speenkruid. Ook veel bloeiende struiken als Sleedoorn, Wilg en straks Meidoorn. In gazons dan ook Ereprijs.

Let de komende tijd o.a. wat op de eerste vlinders, reptielen en planten en natuurlijk de steeds actievere vogels. Het voorjaar komt er aan.

 

Verder kunt u een kijkje nemen op www. natuurverenigingen-opsterland.nl.

Meldingen weer graag bij Koert Scholten:  Liefst online op: , maar telefonisch kan ook op telefoonnummer: 0516-542017.

 
Koert Scholten / maart 2016

« terug naar overzicht artikelen